Meditatie in het smartphonetijdperk
Het lezen van dit boek over meditatie, geluk en mededogen roept levendige herinneringen op uit mijn eigen retraite verleden. Herinneringen die me naar Bodhgaya in India brengen, een plek waar ik regelmatig kwam. In Bodhgaya staat de zogenaamde Bodhi-boom, (een ent van) de boom waaronder Gautama Boeddha verlicht zou zijn geworden. Bodhgaya, en met name de stupa (tempel) waar ook de beroemde boom staat, is een pelgrimsoord voor boeddhisten – de keren dat ik er was zag de straat rood van de boeddhistische mantels. Dag in dag uit prevelen de monniken hier hun gebeden, doen hun prostraties en – belangrijk onderdeel van hun praktijk – delen aalmoezen uit aan de vele bedelaars, die speciaal hiervoor uit de wijde omtrek naar toe zijn gekomen.
Een prachtig voorbeeld van altruïsme, één van de – volgens Thubten – drie fasen van mededogen, een principe dat centraal staat in Boeddhisme. Het deed mij altijd wat kunstmatig aan: er was een levendige straathandel in de kleinst mogelijke waardes van muntgeld, de bedelaars zaten keurig in rijtjes klaar en de monniken liepen er in keurige rijtjes weer langs om hun godsdienstige plicht te voltrekken. Ik was diep onder de indruk van deze pelgrims, die met hun geschoren hoofden en identieke rode gewaden een stuk van zich zelf aflegden om zich te wijden aan iets groters. Tegelijkertijd voelde ik dat het gecultiveerd was en dat spontaan mededogen vanuit het hart er anders uit ziet.
Boedhisme is niet sexy
Ik heb me nooit aangetrokken gevoeld tot het boeddhisme. De boeddhistische vrienden die ik in de loop der tijd ben tegengekomen hadden allemaal een serieuze, zelfs wat rigide uitstraling. Ik associeer boeddhisme met soberheid en een wat grauwe blik op het leven. Deze week had ik het er deze week over met twee vrienden en we waren het er al snel over eens: boeddhisme is niet sexy.
Ik begon dan ook met weinig verwachting aan het boek “word gelukkig als een boeddhistische monnik” van Gelong Thubten. Zou ik na het lezen van dit boek mijn beeld van boeddhisme moeten bijstellen?
Mediteren: uiteindelijk liep ik er zelf in vast
De woorden van Engelsman Thubten, geboren als Shiva Wint, zijn verfrissend. Zijn boeddhistische naam betekent letterlijk: “ervaren monnik” en die ervaring spreekt door zijn woorden. Mijn huiver en allergie voor dogma komen tijdens het lezen langzaam tot rust, en ik geniet meer en meer van zijn woorden.
Thubten heeft nogal wat doorleefd. Op jonge leeftijd leefde hij een leven van sex, drugs en rock & roll die hem op 21 jarige leeftijd al een hartkwaal opleverde. Zijn kennismaking met het boeddhisme heeft een ware persoonlijke transformatie teweeggebracht – in woorden en daden. En dat is indrukwekkend.
Ik word heel blij van de vele vragen die Thubten stelt in het boek. Er bestaan namelijk zo ongelofelijk veel ideeën en overtuigingen over mediteren – ik zie om me heen hoe mensen bezig zijn met allerlei spirituele practice (meditatie, yoga, etc) maar zich helemaal niet verdiepen in het waarom. Ook ikzelf ben te láng aan het mediteren geweest, zonder mijn motieven en verwachtingen goed te onderzoeken. En uiteindelijk liep ik er zelf in vast.
Geluk zit niet in omstandigheden maar in onszelf
We veronderstellen te weten wat geluk is, wat meditatie is en hoe we dienen om te gaan met stress. De schrijver begint aan de basis en gaat stap voor stap door al onze overtuigingen heen. Hij legt bloot hoe wij, de mensheid van het smartphonetijdperk, onszelf vastzetten in ideeën over geluk: verslaving aan “likes” en zintuiglijke indrukken. En hiermee slaat hij direct de spijker op z’n kop. Geluk zit niet in omstandigheden maar in onszelf.
Als het vervolgens gaat over mediteren (eigenlijk is dit een boek over mediteren), onderzoekt hij onze ideeën over mediteren: “ik zou heel graag willen mediteren maar ik ben te druk in m’n hoofd”. Dit is iets wat ik mensen inderdaad heel vaak hoor zeggen. Zo kan mediteren zelfs schadelijk zijn: “ik krijg mijn hoofd maar niet leeg. Ik kan me niet afsluiten. Het lukt allemaal niet, mijn hoofd zit nog altijd vol met gedachten. Dan voel je je een mislukkeling en veel mensen stoppen daarom ook met mediteren.”
Thubten legt goed uit hoe het principe werkt van het najagen van geluk door hoe we omgaan met verwachting, het najagen van dingen waar we naar verlangen. “We gaan ervan uit dat geluk en lijden van buiten op ons afkomen, omdat we niet weten hoe we ons kunnen verbinden met ons innerlijke vermogen tot geluk. We beseffen niet dat dit geestestoestanden zijn en daarom rennen we […] onze inhaligheid achterna – wat weer veel stress veroorzaakt. Hier komt nog bij dat we verwikkeld zijn in een innerlijke strijd: onze grootste verslaving, namelijk die aan onze gedachten en emoties.”
Waarom ga je mediteren?
Vervolgens richt hij zich op de vraag: waarom ga je mediteren en ontzenuwt hij vele mythes over meditatie. “Meditatie trekt veel mensen aan die een grote behoefte hebben zichzelf “af te sluiten”. Ze willen van de voortdurende drukte in hun hoofd af en denken dat het enige alternatief een volledig stille geest is. Dit is heel begrijpelijk, want we zijn allemaal veel te druk in ons hoofd, zouden heel graag wat meer ruimte ervaren en dus ons “hoofd leegmaken” en onze gedachten uitbannen. Maar dit lijkt meer op een comateuze toestand of een narcose en als je met dit doel voor ogen gaat mediteren, zul je alleen maar gestrester worden.”
Wat een verademing om dit te lezen. Het doet me goed want ik zie zoveel mensen die zichzelf voor de gek houden, genoegen nemen met een beeld of imago van “spiritueel” of “bewust” zijn maar wie het niet lukt de stap zetten naar verdieping van hun beleving. De spirituele practice kost hen heel veel energie, maar brengt hen eigenlijk alleen maar verder weg van zichzelf, en vaak ook nog zonder dat ze dit direct in de gaten hebben!
Het wordt langzaam duidelijk dat Thubten de beoefening van meditatie ziet als een oplossing voor dit alles. Ik zei al: eigenlijk gaat dit boek over meditatie. Als je graag meer wilt weten over meditatie, kan ik dit boek dan ook zeer aanbevelen. Het staat vol met meditatieoefeningen en grondige uitleg van wat je er van kunt verwachten. Het is ook heel interessant hoe beschreven wordt hoe je meditatie kunt integreren in je leven. Mindful eten, daar zou ik nog wel wat van kunnen leren.
Mededogen
Ik blijf wel moeite hebben met de belangrijke pijler in het boeddhisme van mededogen. Thubten besteedt er een heel hoofdstuk aan, en door het hele boek wordt uitgebreid stilgestaan dat élke vorm van meditatie gepaard dient te gaan met een houding van mededogen. Dit mededogen dient opgewekt te worden en vormt de drijfveer en basis voor de beoefening. “Neem je voor om te mediteren ten behoeve van jezelf en van anderen”.
Ik begrijp waarom het wordt gezegd en toch houd ik er niet van. In mijn ervaring laat meditatie zélf zien dat het uiteindelijk niet om jezelf gaat maar om iets groters, is een ervaring van meditatie een ervaring van overgave. Dit bij voorbaat al vaststellen voelt voor mij als dat er iets ingevuld moet worden.
Ik besef me, dit is mijn verhaal. Ik zie óók waarom de cultivatie van mededogen mensen dichter bij meditatie en echt geluk kan brengen – het najagen van spiritualiteit is immers in vele kringen een hele persoonlijke aangelegenheid geworden.
Thubten beschrijft drie fasen van mededogen:
- We beschouwen iedereen als gelijkwaardig
- We vinden de behoeften van anderen belangrijker dan die van onszelf
- Altruïsme: we nemen de last van anderen op ons
Wat heb jij nodig?
Hier raakt de schrijver mij helaas kwijt. Want hoe mooi deze kwaliteiten ook zijn – ik zou niemand aanraden deze te cultiveren. In mijn ervaring zijn veel mensen contact met zichzelf kwijtgeraakt en zou je net zo goed kunnen zeggen dat onze eigen behoeften en verlangens – waar velen van ons al een groot deel van ons leven overheen stappen – juist meer aandacht nodig hebben! Ik ben opgegroeid in een tijd waarin ik geleerd heb me richten op de ander, en deze vorm van altruïsme heeft mij in ieder geval nooit geholpen, mezelf alleen maar verder bij mezelf vandaan gehaald.
Het is dus goed mogelijk dat een verdieping te bewerkstelligen is door juist het cultiveren van het tegenovergestelde van wat Thubten hier beweert. Daarom zou ik ook niet iedereen aanraden te gaan mediteren. Zonder de kracht van meditatie te ontkennen zou mijn boodschap zijn: wat heb jij nodig? Wat is goed voor jou? En als dat meditatie is, of specifieker: boeddhistische meditatie, helemaal goed. Maar blijf jezelf (net zoals Thubten dat doet!) altijd de juiste vragen stellen: “waarom doe ik alle dingen die ik doe? Wat wil ik nu echt bereiken? Wat doe ik eraan? werkt het?”
De leer van het Boeddhisme is prachtig en inspirerend – Thubten is een begenadigd en inspirerend schrijver. Echt sexy weet Thubten het nog niet te maken maar ik moet bekennen dat het grijze imago van het boeddhisme wel enigszins is gesleten.
Of ik mijn beeld van boeddhisme bij moet stellen? Zoals met elk geloof hangt het er maar net vanaf hoe je je ertoe verhoudt. De passie en integriteit van Thubten spreken boekdelen en zijn boodschap komt helemaal bij me aan. Dus ja, ondanks mijn kanttekeningen is het hem gelukt deze eeuwenoude leer voor mij weer tot leven te brengen!
Mindful Adventure mag drie boeken weggeven. Deze boeken gaan we verloten onder de mensen die zich dit jaar (2020) nog inschrijven voor de nieuwsbrief van Mindful Adventure. Mocht je al op die lijst staan, dan ding je mee bij de loting door onze social media posts over dit blog te delen!