Dwangmatige verlangens
Ik ben in Tanzania gaan wonen om mezelf te confronteren met dwangmatige verlangens die ik in de hoekjes van mijn mind zag koekeloeren. Verlangens die me doen denken aan de glinsterende oogjes van hyena’s, die wachtend op hun kans aan de rand van het bush camp, middenin de Serengeti, door de struiken gluren betrapt door mijn zaklamp. Verlangens als kwijlende hyenas in de pikdonkere nacht, geduldig in de wetenschap dat ze vroeg of laat weer ruimte krijgen om hun dwingende nood te ledigen.
Ik verlang naar vrijheid
Dat moet wel want ik heb hier in Tanzania ongekend geleden. Zonder dat grote verlangen naar vrijheid was ik allang weer huiswaarts gekeerd.
In tegenstelling tot het diepere verlangen naar vrijheid is er iets in mij dat dwangmatig verlangt naar verbinding. Ik herken dat ook in andere mensen. Er zijn maar weinig momenten geweest dat ik niet ergens een behoeftebevrediging op anderen heb geprojecteerd. Of een ontmoeting als fijn en vervullend werd ervaren, hing volledig hiermee samen. Heeft de ander mijn behoeften goed of niet zo goed vervuld? Het hele proces naar vrijheid roept daarom ook grote weerstanden in mij en anderen op want het betekent dat we de ander als oermoeder en oervader zullen moeten loslaten. Maar er komt een moment dat we de vrijheid meer zullen (moeten) omarmen dan de verbinding. Er is dat moment dat we de navelstreng naar de wereld eindelijk door zullen knippen.
Ik heb inmiddels ieder romantisch plaatje dat kleeft aan het realiseren van vrijheid laten vallen. Het is een nietsontziend proces, waarin alles waar je nog aan vast probeert te houden, uit je handen glipt. In Tanzania verloor ik vrijwel alle regie over mijn eigen leven. Ik kwam terecht in een bureaucratische molen die mijn dag wist te bepalen en me steeds in de hoek wist te krijgen, waar vervolgens mijn zakken werden geleegd. Het was ook alsof ik 100 jaar terug in de tijd werd gezet en het leven van mijn eigen ouders mocht gaan leiden. En dat was heftig. Tenslotte was relationeel niets meer wat het leek, wat me extreem op mezelf terug wierp. Echte vriendschap met veel Tanzanianen bleek zeer gecompliceerd zo niet onmogelijk. Ik leer hier pas echt om heel goed voor mezelf te zorgen.
De navelstreng naar de wereld
Vorige week werd ik wakker uit een droom. Ik zag mijn hond Dobbie langzaam in de ruimte gezogen worden tussen het wiel en de metalen kooi van een auto. Het ging langzaam maar beetje bij beetje verdween hij. Hij leek geen kans te hebben dat te overleven. Maar even later kwam mijn fiere, prachtige, gezonde, krachtige hond Dobbie als een weliswaar miezerig, bloedend, zwaar gewond maar levend vodje onder de achterkant van de rijdende auto tevoorschijn. Natuurlijk werd ik op dat moment wakker en ik wist meteen. Die hond ben ik. Het is gedaan, maar niet met mij. Ik ben door het hele Tanzania proces heen. Geen schallende trompetten hoor of zingende engelen. Geen feestje en geen diepe inzichten. Ik kom er aan de oppervlakte gewond uit net als Dobbie. Maar in de diepte voel ik me gelouterd van vele illusies die mijn culturele conditioneringen in zich droegen.
Genieten van het samenzijn met anderen
Ik weet dat er iets heeft plaats gevonden, dat ikzelf heb gewild en de komende maanden zichtbaar en voelbaar kan gaan worden. Er is iets vermorzeld, dat tussen mij en vrijheid in stond.
En natuurlijk gaat dit over niets anders dan de culturele plaatjes die ik nog steeds met me meedroeg over de ander en over het bestaan. En vooral de gehechtheid aan het goede plaatje van de ander mocht sneuvelen. Ik ging van vertrouwen in de ander naar wantrouwen, van samenzijn in vriendschap naar een leven op mijzelf waarin ik niemand anders dan mijzelf kan vertrouwen. Dit voelde als de omgekeerde, “verkeerde” weg te gaan, maar niets is minder waar als je voor vrijheid gaat.
Het gaat er niet om dat we niet mogen genieten van het samenzijn met anderen op welke manier dan ook. Nee, het gaat erom vanuit welke bron dit gebeurt. Het onderliggende “navelstreng” gevoel dat we zonder een ander niet compleet zijn, dat er iets ontbreekt en dat we in het samenzijn iets meebrengen dat vervuld wil worden door die ander. Dat we bewust of onbewust onze angsten en verlangens en de vervulling ervan op anderen projecteren, in mijn geval in het rauwere Tanzania de eis dat de ander integer, eerlijk en “goed” is. En het geloof dat ik de “goede” ander nodig had om me veilig te kunnen voelen.
En in het verlengde hiervan eisen we ook van onszelf dat wij de onvervulde behoeften van anderen vervullen. Dit vormt de bron van een ongekend aantal manipulerende strategieën om anderen zover te krijgen dat ze onze behoeften vervullen en wij om diezelfde reden hun manipulaties accepteren. Daar gaan we met zijn allen heel ver in. Als we op de ander projecteren dat deze er zodanig andere overtuigingen op na houdt, dat hij nooit of te nimmer onze behoeften zal willen of kunnen vervullen en dus niet te manipuleren is, dan zijn we zelfs bereid deze ander van de planeet te verwijderen. Het is bizar.
Vrijheid betekent dat ik jou eindelijk kan ontmoeten in het hier en nu
Ik kan volledig ontvangen wat jij inbrengt en hoe je dat inbrengt in dit samenzijn. Vrijheid betekent dat ik volledig aanwezig kan zijn in dit moment met jou. Je hoeft niets specifieks te zeggen, te voelen of te doen om mij tevreden te stellen. Er zijn geen eisen meer aan jou. Vrijheid betekent ook dat ik jouw eisen aan mij met vriendelijk begrip kan ontvangen maar ze niet meer dwangmatig zal hoeven vervullen. Daarmee verlies jij je macht over mij. Ik weet dat je dat niet aan zult kunnen zolang je jouw navelstreng nog niet hebt doorgeknipt. Mijn eigen verbinding met vrijheid maakt daarom dat ik alleen kom te staan. Het is opnieuw niet anders en ook geen probleem.
Alleen staan in vrijheid
Ja, ik verlang ernaar de vrijheid te zijn die mijn natuur nu eenmaal is. Maar de eenzaamheid die ik daarvoor heb te ervaren is een pijnlijk proces. We hebben dat alleen zijn allemaal aan te kijken en te accepteren, waarna we de kinderlijke navelstreng mogen doorknippen. Pas dan komt de echte verbinding ontdaan van alle macht, in pure liefde. Kun je het je voorstellen?