Alweer twee weken in Tanzania, dit keer zonder reizigers, maar op zakenreis. Wat een bijzondere ervaring. Als ik ’s ochtends de deur uitga, weet ik niet waar ik ’s avonds beland. Ik ben af en toe letterlijk duizelig van alles wat ik meemaak. Zo belanden we gisteravond ongepland en in het pikkedonker bij Wag Hill Lodge buiten Mwanza. De kronkelende zandweg ernaar toe voerde ons afgelegen gebied in. De bush kwam ons tegemoet in het licht van de koplampen van de auto. Altijd spannend dit soort ondernemingen. Na een half uur staan we voor een houten poort. Rama slaat op de claxon en een jonge security man in een opvallende outfit opent de deur. Een rode baret? Een donkerblauwe legertrui? Perfect Engels? Dit is geen gewone bewaker. Een tweede man met rode baret en een opvallende rode jas stapt naar buiten, het gezicht heeft de strakke uitdrukking van iemand van de marechaussee. De toon naar Rama voelt als een verhoor. Ik voel me unheimisch worden.
Drie schoolmeisjes
Een motor stopt naast mijn kant van de auto. Er komen drie meisjes door de poort naar buiten, de gezichten opvallend opgemaakt, goed in de kleren. “Zijn ze niet erg jong om uit te gaan”, gaat er door me heen, terwijl ik even met ze praat. Intussen krijgt Rama te horen dat we niet naar binnen mogen. De gasten slapen al en ze willen hun niet storen. Al slapen? Om 20.30 uur? Ik leg uit dat ik geen tijd heb om terug te komen, dat ik terugga naar Nederland en dat ik alleen even een indruk wil hebben van de sfeer van de lodge en dat ik nooit klanten naar een lodge breng die ik niet met eigen ogen heb gezien. De bewaker verdwijnt om de manager te spreken. Ik hoor Rama zeggen: “I don’t like this Alina, something is wrong here”. De manager weigert ons binnen te laten en we mogen morgenochtend terugkomen. Tot mijn verbazing dringt Rama aan om vanavond nog binnen te mogen, maar het mag niet baten. De manager bijt de bewaker door de telefoon toe dat nee, nee is.
Rama keert zwijgend de auto. “Dat waren schoolkinderen Alina”, zegt hij. Er zijn hier veel middelbare kostscholen in de buurt. Ik verbleek als ik snap waar hij heftig door is. Er zit daarbinnen een of andere hotshot of overheidsfiguur een party te geven, zegt Rama boos. Geen lodge zal ooit een touroperator weigeren die komt kijken of zijn klanten hier een mooie plek aan hebben. Zwijgend rijden we de weg terug. Vandaag een bezoekje aan de politie.
De dagen ontvouwen zich hier vanzelf.
Dat doen ze altijd, alleen ervaar ik dat in Tanzania tot in het extreme. Je daaraan overgeven stort je in het avontuur.
Zo kwamen we terecht bij een stokoude Sukuma Chief, Charles Kaphipa. Charles is een levend geschiedenisboek en gedurende anderhalf uur hang ik aan zijn lippen. Ten tijde van de Engelse overheersing werd Charles de nacht voor zijn inwijding als Chief van de Bukumbi regio tegen de grond geslagen. Zijn belagers hadden een graf gegraven waarin hij werd begraven. Een korte tijd lag hij daar tot benauwens aan toe, toen hij werd bevrijd. Dit ritueel diende het loslaten van zijn oude identiteit om geboren te worden als leider.
Charles bleek een Chief met visie en het hart op de goede plek. Zo maakte hij zich hard voor de positie en de veiligheid van oude vrouwen in zijn tribe. De Sukuma tribe heeft tot op de dag van vandaag vanuit bijgeloof de primitieve gewoonte oude vrouwen met rode ogen uit te roepen tot heks en te vermoorden. Die rode ogen zijn niet vreemd als je bedenkt dat de vrouwen koken op houtvuurtjes in ongeventileerde hutjes. Ik denk terug aan de pijnlijk brandende ogen en hoestaanvallen terwijl ik mijn gezicht probeer te beschermen achter een shuka tijdens maaltijden in Masai hutjes.
De oude vrouwen vonden bescherming bij Chief Kaphipa. Uiteindelijk hebben de Sukuma wraak genomen door zijn op leeftijd zijnde zuster te vermoorden. Later vertelt hij me dat de bedreigde oude vrouwen in een cirkel voor het huis zaten, vaak niet meer konden lopen en hun behoeften ter plekke lieten gaan. Hij ruimde hun faeces op en leerde respect te hebben en te tonen voor oude mensen van zijn grootvader.
Verhalen
Terwijl ik naar de verhalen luister, voel ik me verbonden en gelukkig. Zoveel mensen in dit land die me weten te raken. Hoe komt dat toch? En het antwoord dat in me opkomt is authenticiteit. De mensen hier leven het leven zoals het zich aandient. Ze zijn wie ze zijn. Ik bespeur weinig ideaal zelf. Alles ontvouwt zich ook in hen. Er wordt niet gesleuteld aan elkaar, geen verbeteringsmanie, geen psychologische analyses. Er wordt gehandeld in het nu naar beste kunnen en de consequenties worden geaccepteerd. De ervaringen zijn daarmee puur en onschuld kleurt het hart. De gezichten van oudere mensen zijn vaak krachtig, getekend en zacht.
Even later, zelf geloof ik het ook niet, sta ik in de flamingopose op het dak van het lerarenhuis in Mwanza. Ik volg een pittige yogales bij Nina en het zweet stroomt van mijn gezicht terwijl ik volkomen gelukkig geniet van het prachtige uitzicht over een schemerig Mwanza Rock City en Victoriameer. Boven me cirkelen tientallen vogels die zwart aftekenen tegen de avondlucht.
Dat ik dit allemaal mag meemaken.